338 berichten.
Hieronder de reacties op het gedicht week van 45:
Gaarlandt-De bij borduurt...
Gaarlandt-De bij borduurt...
Dan heel graag in de toekomst eens een gedicht uit een van die bundels, Spannend! Ik ben benieuwd!
Dank voor je antwoord. Mag ik een vervolgvraag stellen? Geen idee wat je bedoelt et de ‘clandestiene Merelreeks’. Ik vind alleen een clandestiene uitgave van Hendrik de Vries uit het laatste oorlogsjaar, 1945. Is dat het?
Wat een verrassend gedicht! Ik ken de dichter als uitgever, maar niet als poëet. Dat de bij een ‘kapitalist’ is kan ik begrijpen, maar waarom is de merel dat ook? Of duidt ‘naast’ erop dat de merel dat juist niet is, dus is ‘naast’ hier ‘in tegenstelling tot’? De merel met zijn onzelfzuchtige, hartverwarmende zang? ik verzamel merelgedichten. Er zijn er vele. Ik voeg deze aan mijn verzameling toe.
Hieronder de reacties op het gedicht van week 41:
Bilderdijk-Aan een geleerd berisper
Bilderdijk-Aan een geleerd berisper
Grappig, ook omdat ik nu een gedicht ken van de naar hem vernoemde en voor mij bekende straat in Den Haag.
Ik vraag me af, het is dus de vraag in hoe verre hij het Arabisch beheerste maar is het überhaupt een "Arabische wet"?
Ik vraag me af, het is dus de vraag in hoe verre hij het Arabisch beheerste maar is het überhaupt een "Arabische wet"?
Hieronder de reacties op het gedicht van week 37-2022
D Heere-Van een Neen...
D Heere-Van een Neen...
Dank voor dit middeleeuwse, maar zeker hedendaags gedicht. Geweldig toch dat deze hartekreet nog steeds opgaat? Ik ben iedere keer weer blij met je aanbod.
Hieronder de reacties op het gedicht van week 32:
T`Hooft- Zon zakkend in zee
T`Hooft- Zon zakkend in zee
Dit gedicht spreekt mij aan.
De betrekkelijkheid van het meedoen aan de invulling van iedere dag en er voortdurend de betrekkelijkheid van inzien.
Gelukkig roep ik mijzelf vaak tot de orde en wissel de betrekkelijkheid in voor verwondering.
De betrekkelijkheid van het meedoen aan de invulling van iedere dag en er voortdurend de betrekkelijkheid van inzien.
Gelukkig roep ik mijzelf vaak tot de orde en wissel de betrekkelijkheid in voor verwondering.
Hieronder de reacties op het gedicht van week 31:
Beets - Ik zag u weenen
Beets - Ik zag u weenen
"betogeu"
Hieronder de reacties op het gedicht van week 28:
Campert-zand
Campert-zand
Remco Campert roept nogal wat uiteenlopende reacties op, altijd met respect natuurlijk, want dat past ons tegenover de dood. Over zijn belang als dichter schijnen de meningen verdeeld, vaak verschuift het commentaar meteen naar de kwaliteit van zijn proza. Zijn lichtvoetigheid is iedereen opgevallen. Zelf zag hij zich het liefst als dichter. Ben ik dat met hem eens? Waarschijnlijk sloeg hij de diepzinnigheid van sommige gedichten hoger aan dan de lichtheid van zijn proza, en dat berust op een denkfout. Matig geschreven diepzinnigheid is minder dan goed geschreven lichtheid. Ik beschouw hem als onze beste minor poet.
Hieronder de reacties op het gedicht van week 27:
Besnard-De Afgrond
Besnard-De Afgrond
Bij het lezen van dit gedicht moest ik erg aan l' Infinito van Leopardi denken. Ik stuur het hier in de oorspronkelijke tekst en met een vertaling.
Het gedicht is door P.N. van Eyck vertaald, maar ook anderen (o.a.Keuls) waagden zich eraan.
Maar over het beeld van de afgrond blijf je verder nadenken: Eckhart en een aantal mystici en bijvoorbeeld Baudelaire |(le Gouffre). Fascinerend, steeds weer.
L’Infinito
Sempre caro mi fu quest’ermo colle,
e questa siepe, che da tanta parte
dell’ultimo orizzonte il guardo esclude.
Ma sedendo e mirando, interminati
spazi di là da quella, e sovrumani
silenzi, e profondissima quïete
io nel pensier mi fingo; ove per poco
il cor non si spaura. E come il vento
odo stormir tra queste piante, io quello
infinito silenzio a questa voce
vo comparando: e mi sovvien l’eterno,
e le morte stagioni, e la presente
e viva, e 'l suon di lei. Così tra questa
immensità s’annega il pensier mio:
e 'l naufragar m’è dolce in questo mare.
De oneindigheid
Steeds was mij dees verlaten heuvel dierbaar
En deze hegge, die naar zoveel kanten
De blikken van de verste kimmen afsluit
Maar als ik zit en voor me staar, verbeeld ik
Ruimten, achter die hegge, zonder grenzen,
En stilten bovenaards, en grondeloze
Rust in mij de gedachte; om welke, bijna
Angst het gemoed bevangt. En daar ‘k de wind hoor
Bruisen door deze struiken, vergelijk ik
Met deze stem die oneindige stilte,
En de eeuwigheid doemt op in die herinnering,
En de dode seizoenen, en dit van heden,
Dat leeft, en zijn geluid. Aldus in deze
Onmeetlijkheid verdrinkt zich mijn gedachte
En schipbreuk is mij zoet in deze golven.
(Leopardi)
Het gedicht is door P.N. van Eyck vertaald, maar ook anderen (o.a.Keuls) waagden zich eraan.
Maar over het beeld van de afgrond blijf je verder nadenken: Eckhart en een aantal mystici en bijvoorbeeld Baudelaire |(le Gouffre). Fascinerend, steeds weer.
L’Infinito
Sempre caro mi fu quest’ermo colle,
e questa siepe, che da tanta parte
dell’ultimo orizzonte il guardo esclude.
Ma sedendo e mirando, interminati
spazi di là da quella, e sovrumani
silenzi, e profondissima quïete
io nel pensier mi fingo; ove per poco
il cor non si spaura. E come il vento
odo stormir tra queste piante, io quello
infinito silenzio a questa voce
vo comparando: e mi sovvien l’eterno,
e le morte stagioni, e la presente
e viva, e 'l suon di lei. Così tra questa
immensità s’annega il pensier mio:
e 'l naufragar m’è dolce in questo mare.
De oneindigheid
Steeds was mij dees verlaten heuvel dierbaar
En deze hegge, die naar zoveel kanten
De blikken van de verste kimmen afsluit
Maar als ik zit en voor me staar, verbeeld ik
Ruimten, achter die hegge, zonder grenzen,
En stilten bovenaards, en grondeloze
Rust in mij de gedachte; om welke, bijna
Angst het gemoed bevangt. En daar ‘k de wind hoor
Bruisen door deze struiken, vergelijk ik
Met deze stem die oneindige stilte,
En de eeuwigheid doemt op in die herinnering,
En de dode seizoenen, en dit van heden,
Dat leeft, en zijn geluid. Aldus in deze
Onmeetlijkheid verdrinkt zich mijn gedachte
En schipbreuk is mij zoet in deze golven.
(Leopardi)
Hieronder de reacties op het gedicht van week 25:
Hooft-Noodlot
Hooft-Noodlot
De inhoud van het prachtige klassieke gedicht doet mij eerder denken aan Spinoza dan aan de gomaristen. Ik kan zo gauw niet vinden of Hooft op de hoogte was van Spinoza’s werk.
Hieronder de reacties op het gedicht van week 23-2022:
Lehmann-De quintessence van de Blues
Lehmann-De quintessence van de Blues
Boeiend gedicht, boeiende dichter. Waarom worden zijn voornamen of initialen (L.Th.) niet vermeld? Ik ken hem ook als vertaler van enkele (Griekse) epigrammen uit de Anthologia Palatina verschenen in de bundel ‘Krekels in olijventuinen’, 1963. Die vertalingen hebben de waarde van oorspronkelijke gedichten. Zou het niet de moeite waard zijn die vertalingen, ook b.v. van Ida Gerhardt en anderen, in Ars Poetica te publiceren?